Podcast Het Verschil: Noëlle Roorda denkt niet in beperkingen

In deze rubriek laten we Amstelveners aan het woord die op hun eigen manier het verschil maken en de samenleving kleur geven. In deze podcast Noëlle Roorda (21). Zij behaalde als speerwerper een zilveren medaille op de Paralympische Spelen in Tokio.

‘Ik train zes dagen per week. Het is een fulltime job en ik voel me een geluksvogel dat ik betaald krijg om te sporten. Ik ben sinds 2016 bezig met atletiek en twee jaar later begon ik pas met speerwerpen. Dat ik binnen korte tijd de top heb bereikt, voelt fantastisch.’

‘Sport heeft altijd een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Ik heb sportieve ouders en sinds ik kon staan had ik al een bal aan mijn voet of een racket in mijn hand. Ik mis een deel van mijn rechterarm, maar het voelt voor mij niet als een beperking. Mijn ouders hebben me altijd zonder drempels opgevoed. ‘Gewoon doen’, zeiden ze steeds. En als het op de ene manier niet lukt, probeer je het op een andere manier.’ 

Tennis

‘Ik ben begonnen met tennis en dat heb ik jarenlang gedaan. Ik trainde mee met de validen, want er zijn binnen de paralympische tak geen tennisonderdelen waaraan ik mee kon doen. Maar ik wilde graag meer en moest dus een andere sport kiezen om deel te kunnen nemen aan de Spelen.’

‘In 2016 werd ik uitgenodigd voor een paralympische talentendag. Atletiek vond ik eigenlijk de stomste sport ooit, maar ik werd aan mijn shirtje getrokken om het te proberen. Ik heb over hekjes heen gerend, wat oefeningen gedaan en de coach was enthousiast. Toen ben ik een keer in de week op vrijdag naar Papendal gegaan om te trainen. Ik begon met de looponderdelen, maar we kwamen snel tot de conclusie dat het geen succes zou worden.’

‘Tijdens een training wierp ik voor het eerst een speer weg, zomaar, om het te proberen. Mijn coach en ik waren verbaasd hoe goed dat ging. Ik bleek een natuurtalent te zijn en toen besloten we het roer om te gooien. Speerwerpen heb ik eigenlijk altijd wel gaaf gevonden, maar ik had het nooit gedaan. Het pakte niettemin heel goed uit.’

‘Natuurlijk heb ik in het begin wel getwijfeld of ik verder moest gaan met atletiek. Met tennis had ik een goede basis, met atletiek voelde het alsof ik in een zwart gat terecht kwam. Ik miste tennis ook heel erg, maar sinds ik het speerwerpen ontdekte, heb ik nooit meer getwijfeld. Ook het avontuur lonkte, ik wilde heel graag weten hoever ik kon komen.’

Souplesse

‘De afgelopen jaren heb ik veel getraind en veel geleerd over het speerwerpen. De jaren tennis hebben me geholpen om dit te bereiken. Speerwerpen is belastend voor schouder en elleboog. Dankzij mijn ervaring met tennis, is mijn schouder voortdurend belastbaar, waardoor ik minder snel geblesseerd raak en kan blijven groeien.’

‘Iedereen kan een bal gooien, maar bij speerwerpen komen hele andere dingen kijken. Alle onderdelen moeten samenkomen. Je moet de speer goed raken, de timing moet perfect zijn en als een onderdeel niet goed is, is de worp meteen een stuk minder. Ik ben meer een souplesse werper dan een krachtwerper en ik wil ook dat het er mooi uitziet. Daar doe ik echt mijn best voor.’

Adrenaline

‘Het was geweldig om de Paralympische Spelen mee te maken. Ik ging als vijfde van de wereld de wedstrijd in en had nooit gedacht dat ik een medaille zou winnen. Het was de eerste keer, het voelde als een soort oefening. Mijn vijfde plek prolongeren was al mooi geweest, maar tijdens de wedstrijd voelde ik dat ik in vorm was. Op het WK voelde ik me nog een klein meisje tussen al mijn concurrenten, maar tijdens de Spelen blaakte ik van zelfvertrouwen. Dat heeft te maken met ouder worden, maar ook met adrenaline.’

‘Na de derde worp stond ik op de tweede plek en toen werd het onrustig in mijn hoofd. Het zou kunnen gaan lukken. ‘Noelle, concentreer je op de wedstrijd’, zei ik tegen mezelf. Ik heb me rustig kunnen houden en het is gelukt. Totale waanzin dat ik na twee jaar speerwerpen een zilveren medaille heb gewonnen.’

‘We hebben er hard voor gewerkt, mijn coach en ik. We hebben veel onderzoek gedaan. We hebben veel contact gehad met wereldkampioen Steffi Nerius in Duitsland. Ook met de vader van Anouk Vetter hebben we gesproken. Overal hebben we informatie opgepikt en daarmee onze eigen manier gevonden.’

Medaille

‘De medaille die ik heb gewonnen weegt 533 gram. Hij zit nog in het doosje en soms kijk ik er even in. Ik heb diverse huldigingen gehad en dan neem ik hem natuurlijk altijd mee. Uiteindelijk krijgt de medaille speciaal plekje in mijn kamer. Dichtbij me in ieder geval. Ik denk boven mijn bed.’

‘Ik zou het heel gaaf vinden om in 2024 naar de spelen in Parijs te gaan. Ook die van 2028 en 2032 wil ik nog meemaken. Het liefst kom ik dan met een gouden medaille naar huis. Het wereldrecord in mijn klasse behalen is een ander doel. Het huidige wereldrecord is 45.73 meter, mijn persoonlijk record is 42.18 meter. We zijn dus al goed op weg. Ik zou het super gaaf vinden als ik dat kon bereiken.’

‘Na mijn carrière blijf ik sporten en wil ik clinics geven aan kinderen. Ik zou het mooi vinden als ik een voorbeeld voor anderen kan zijn. Veel gehandicapte kinderen moeten een drempel over voor ze aan sport kunnen doen. Ik wil een bijdrage leveren aan het wegwerken van die drempel. Dat ik een deel van mijn arm mis, heb ik nooit als beperking gevoeld, het waren juist anderen die me ermee confronteerden. Dat is nu gelukkig een stuk minder, nu ze weten wat ik bereikt heb. Daarom zijn Paralympische Spelen zo belangrijk. Om te laten zien wat wel kan, in plaats van wat niet kan.’

Advertenties